Soms vraagt een werkgever, naast een functieomschrijving, om een competentieprofiel. Ook wordt in het werkveld regelmatig de vraag gesteld wat een psychodiagnostisch werkende op de werkvloer kan en wat er van haar/hem verwacht kan worden. Het begrip competentie (vaardigheid) betekent eigenlijk “zichtbaar gedrag in een beroepsmatige context” of “een bepaalde combinatie van kennis, vaardigheden en houdingen die aansluit bij de eisen die aan een functie gesteld worden.”
Grofweg kunnen de volgende competenties onderscheiden worden: competenties die het gedrag van de psychodiagnostisch werkende beschrijven en competenties om de beroepstaken uit te voeren. Het competentieprofiel bevat:
• Gedragscompetenties die betrekking hebben op:
– professionele ontwikkeling;
– kwaliteitsgerichtheid;
– ethisch handelen;
– methodisch werken;
– zelfstandigheid;
– initiatiefrijke en innovatieve houding;
– flexibiliteit;
– vermogen tot samenwerken;
– klantgerichtheid;
– organisatiesensitiviteit;
– communicatieve vaardigheden, zowel mondeling als schriftelijk.
– professionele ontwikkeling;
– kwaliteitsgerichtheid;
– ethisch handelen;
– methodisch werken;
– zelfstandigheid;
– initiatiefrijke en innovatieve houding;
– flexibiliteit;
– vermogen tot samenwerken;
– klantgerichtheid;
– organisatiesensitiviteit;
– communicatieve vaardigheden, zowel mondeling als schriftelijk.
• Beroepscompetenties die betrekking hebben op:
– diagnostiek: voorbereidend, uitvoerend en verwerkend;
– interventie en preventie;
– rapporteren, adviseren en doorverwijzen.
– diagnostiek: voorbereidend, uitvoerend en verwerkend;
– interventie en preventie;
– rapporteren, adviseren en doorverwijzen.
Samengevat is de psychodiagnostisch werkende een specialist in psychodiagnostiek. Zij/hij beschikt over specialistische kennis en kunde, is competent, en levert een onmisbare en kwalitatief hoge bijdrage in het psychodiagnostisch proces.
Bezoek de pagina ‘competentieprofiel’ voor meer informatie.
Recent Posts