“Lukt het jou nog om een column te schrijven voor 1 juli?” vraagt Ingrid van de VVP. Ik had zelf ingevuld dat de beurt nu aan Anne was; over zijn blik op de wereld met autisme. Anne heeft aangegeven te willen stoppen, zo licht Ingrid me in. En vandaar dit verzoek als de maand juni net is begonnen. Lukt het jou nog om een column te schrijven voor 1 juli.

Waar ik normaal wel vlot op woorden kom, merk ik dat ik een beetje opgedroogd raak. Woorden. Het voelt ineens een beetje zinloos allemaal.

Want, waar moet je het over hebben als Palestijnen als opgejaagd vee in een bezette omheining verhongeren; lukraak worden afgeschoten als ze met duizenden tegelijk bij de hulpposten om een klein beetje eten vragen. Nieuwsberichten uit Amerika over Harvard; deportaties van migranten, ontslagen zonder wederhoor van kritische wetenschappers, een totale desinteresse voor klimaatakkoorden, walgelijke en zotte berichten over jongens die geen lang haar meer mogen hebben en diverse minderheden onder druk in een zogenaamd vrije westerse maatschappij. Wat kun je doen? Er komt een bericht voorbij dat Gretha Thunberg onderweg is richting Israël. Verdorie. Dat doet ze toch maar even. M’n wat lafjes hierbij afstekend verzet komt niet verder dan het ondertekenen van de zoveelste petitie. Verder heb ik me stilletjes van Facebook gedistantieerd. Oh boy wat een held ben ik. Sinds het gedwongen huwelijk tussen Mark Zuckerberg en Donald Trump voelt het als lid blijven van een hele foute club. Op Facebook deed ik nog een melding. Ik kreeg nauwelijks respons en werd online keihard uitgelachen. Nah ja. Prima ook. Ik was al het ongenuanceerde door haat aangezwengelde geroeptoeter toch al meer dan zat. Woorden.

Lukt het jou nog om een column te schrijven voor 1 juli? Als een spookje fladdert het door m’n hoofd.

Er zijn genoeg aanknopingspunten om een vlotte column te schrijven. We hebben met de VVP een prachtig jubileumjaar gevierd met dr. Annelies Spek als gast, uiteraard sprekend over autisme. We hebben daar met elkaar een hartstikke mooie dag gehad. Georganiseerd door de VVP met een bestuur dat haar uiterste best doet om de vereniging vorm en inhoud te blijven geven.

Ik heb bovendien – intern – een leerzame cursusdag gehad van Han Berghuis over de afname van de Stip 5.1. We zijn langzaam bezig om het roer om te gooien. Om die verouderde NVM – wie is er niet mee groot geworden – los te laten; veel dichter bij de woorden van de cliënt te blijven en aan te sluiten. Dat lukt beter met een semi- gestructureerd interview. Het alternatief model is misschien wel rijp om de standaard te worden bij diagnostiek van persoonlijkheidsproblematiek. Het vraagt moed om uit die standaard comfortzone te stappen. En ik denk. Dáár kan de column zeker over gaan. Er zitten zoveel kanten aan dat ik niet kan kiezen vanuit welk perspectief ik het aan zal vliegen. Er groeit iets van een begin van een column in mijn hoofd. Het komt er nog niet uit. Comfortzones. Wie wil daar nou níet inzitten. En plotsklaps ben ik opnieuw sprakeloos verdwaald in Oekraïne, Iran, Israël, Trump, Canada, Baltische staten, Palestina, Israëlische nederzettingen, bezettingen. Iedere grap over comfortzone en lullige anekdotes raken verloren in bombardementen en bange burgers op de vlucht voor de dood.

Lukt het jou om nog voor 1 juli een column te schrijven. Ik lever een aantal dagen verder, eerst maar eens een uitgewerkt PO in tegen zessen, zet de documenten in de mail en klik op verzenden. Wat erin moet staan, staat erin. Maar het is niet helemaal het onderste uit de kan. Ik lees m’n eerste opzet voor de column. Het is persen geblazen. Korte onsamenhangende flarden tekst schieten door mijn hoofd en komen in de laptop terecht. Woorden. Wat is het nut überhaupt. Ik klap de laptop dicht en samen met mijn partner sjouwen we als altijd de te repareren fietsen naar binnen in de zaak, lichten uit, koffieapparaat niet vergeten en de deuren in het slot.

Lukt het jou nog om een column te schrijven voor 1 juli. Daar is het minispookje weer. Eerst boodschappen. Onderweg naar de supermarkt gaat de telefoon. Ik krijg een oud-collega overstuur aan de lijn. “Annemiek” zegt hij wanhopig, “het is afschuwelijk.” Ik hoor hoe hij zoekt naar woorden aan de andere kant van de lijn. Al snel blijkt waarom. Een hele jonge vriend die ons dierbaar is, iemand die – voordat hij ‘echt groot’ was – jarenlang bij ons werkte naast zijn studie en reed voor ons MTB-team, is dood. Verongelukt.

Dan valt alles stil. We voelen ons misselijk, verdrietig en van de wereld vervreemd. We zoeken houvast en rijden naar de plek in Oude Pekela waar hij op een smalle, onoverzichtelijke plattelandse T-splitsing in één klap uit de tijd werd gerukt. Leggen een roos, lopen verschillende keren de weg op. Hoe is dit mogelijk. En wat als. Het heeft geen zin. De tijd tikt verder. Niets dat we kunnen doen om het ongedaan te maken. Het wordt gewoon avond. Ik wil de aarde linksom laten draaien in plaats van rechtsom. Maar wat we ook bedenken, er is geen enkele afslag meer die een andere uitkomst kan geven.

Op weg naar m’n afspraak voor de fysio, zie ik zijn moeder fietsen door de stad. Na een onzekere aarzeling app ik woorden waar ze niks aan heeft en vooral alle liefs. Ik heb geen idee wat we moeten doen. In onze werkplaats zijn die dag tegelijkertijd reparaties gebracht door meneer Korteleven en meneer den Hemel. Je verzint het niet. Terwijl ik meneer den Hemel aan de telefoon hebt, komt Korteleven zijn gerepareerde fiets ophalen. Ik had het anders waarschijnlijk niet eens opgemerkt. Het universum kent rare wegen.

Lukt het jou nog… eerst moet er wat anders. Ik word gedwongen terug naar Facebook en Mark Zuckerberg te keren om een berichtje te schrijven vanuit het account van onze winkel. Het regionale nieuws en diverse sociale media zijn inmiddels ontploft. In het Dagblad van het Noorden een grote foto van hem, van vroeger. Hij draagt ‘ons’ tenue; en ik zie hoe het mijn partner raakt. Een prachtige foto van een jonge sterke vent op een MTB. Hij fietste inmiddels – terecht – al enkele jaren voor de veel professionelere Off-Road Giant Ploeg en diens kleding.

Woorden. Overal. Van iedereen. Niet alle woorden kloppen. Ik maak me boos als ik iets lees dat niet klopt. Stomme krant. Domme mensen. Afschuwelijke mensen die zeggen dat het zonde van de Mercedes is, en dat renners achterlijke lui zijn. Woorden. Gelukkig worden de berichten overstemd door waarachtig medeleven, totale ontzetting en een gedeeld onbeschrijflijk verlies. ‘De meeste mensen deugen’, dat wil ik graag. Ik zoek naar woorden voor iets waar eigenlijk geen woorden voor zijn, om te kunnen plaatsen op onze Facebookpagina, pers er met ingehouden verdriet een samenhangend bericht uit en klap de laptop weer dicht.

In de week die volgt en tijdens de uitvaart wordt pijnlijk duidelijk dat woorden het enige is dat rest. Woorden die ervoor zorgen dat je ziel een beetje scheurt, je hart hoog en pijnlijk in je keel vast komt te zitten. Woorden die voelbaar maken dat dit verlies enorme kraters slaat in de wereld van heel veel mensen. En tegelijkertijd schieten alle woorden tekort omdat het niets verandert. De uitkomst blijft exact hetzelfde. Woorden.

Lukt het jou nog om een column te schrijven…

Ik mail de VVP.

Hoi Ingrid,

Het spijt me enorm. Het is even ongelooflijk ingewikkeld om tot een leuke column te komen voor de nieuwsbrief van 1 juli. Het is een publicatie van óf het stukje dat ik nu als bijlage in de mail zet, óf het gaat hem gewoon niet worden. Mochten jullie besluiten dat dit te ver van de VVP en het PDW werk afstaat dan snap ik dat hoor. Maar er komt gewoon niks gezelligs meer uit. Hé volgende keer ben ik weer van de partij!

Hartelijke groet en veel succes met de nieuwsbrief,

Annemieke

Annemieke Lemmers